woensdag 30 mei 2018


NIETZSCHES ÜBERMENSCH

De mens bevrijdt van de waarheid

Afbeeldingsresultaat voor nietzsche





Nietzches kennis wordt vaak als 'gevaarlijke kennis' gekenschetst. Éen van zijn werken (Voorbij Goed en Kwaad) verscheen zelfs in een top tien van de schadelijkste boeken van de negentiende en twintigste eeuw.

Zijn theorie van de Übermensch, heeft veel aan dat beeld over zijn werk bijgedragen. Immers, zo leert de geschiedenis ons, is het ook een term die Hitler gebruikte om zijn rassenhaat mee te onderbouwen, iets dat onnoembaar veel leed bij vele onschuldigen heeft veroorzaakt. Maar is de kritische houding naar Nietzsches Übermensch eigenlijk wel zo terecht? We gaan het eens bekijken. Een kort stukje Nietzsche en de vrije mens.

De Übermensch. Velen voelen in deze term iets dat hen als natuurlijk tegen de borst stuit. Het lijkt ook een soort veroordelende term te zijn, iets dat verwijst naar iets dat beter is dan de mens zelf. Toch had Nietzsche het hier over iets dat de mens , niet uitsloot, maar juist omvatte. Zeker belangrijk om te vermelden is dat Nietzsche deze term ook helemaal niet zelf bedacht heeft. De term stamt al uit de Romantische geniecultuur, en Goethe, Lucianos, en Herder gebruikten de term lang voor hem. Nietzsches Übermensch, de edele mens, is een wezen dat hij afzet tegen de lage mens, een wezen dat in een soort van dierlijke existentie is teruggevallen. Über in het woord Übermensch wordt voornamelijk met Übergang of Selbstüberwindung in verband gebracht. Het gaat hier dus om een vorm van transformatie, van zelfoverwinning die van de mens een 'hogere' mens kan maken.

In Nietzsches boek: de Vrolijke Wetenschap wordt veel duidelijk van wat Nietzsches visioen van de Übermensch nu precies inhoudt. Deze mens is een soort 'hoger organisch systeem'. Het lichaam is hierbij voor Nietzsche essentieel. 'Een hoger lichaam moet zich ontwikkelen’. De dood van God, die Nietzsche ook predikte, heeft voor hem de radicale consequentie dat er geen grond meer is waarop de mens zich een uniek wezen kan noemen. Hiermee schopte hij uiteraard tegen het Verlichtingsideaal, dat de mens ziet als een uniek wezen en van Goddelijke afkomst . Nietzche stelt daarentegen dat het bewustzijn van de mens slechts een werktuig is, dat teveel lichaam ontstegen is en onterecht een eigen leven is gaan leiden. Hier stuiten we op een sleutel van veel weerstand die Nietzsches term Übermensch oproept. Geeft het immers niet aan dat het Europese denken niet bij machte bleek om 'het geheim van het menszijn ' te bewaren? Dat wil zeggen, de waarde die ‘een mens’ sinds de Verlichting had, werd niet langer hooggehouden. Volgens Nietzsche zullen in de Übermensch de wijze en het dier zich mengen en zo zou een geheel nieuw menstype opstaan. Een meer instinctieve en vrije mens.




De Übermensch is in aard onschuldig en bezigt iets dat Nietzsche het 'eeuwig Ja-zeggen' noemt. Dat wil zeggen, de Übermensch omarmt het leven zoals het komt, en verenigd drie fundamentele krachten in zich: de wetgever, de kunstenaar en de geleerde. In de Übermensch zijn de wil tot schoonheid en recht tot instinct geworden. Het is een mens die beseft dat dè waarheid niet bestaat, terwijl het Schone een levensvoorwaarde voor hem is geworden. Als we dit alles zo bezien, kunnen we zeggen dat Nietzches Übermensch een wezen is dat meer dan de 'normale mens' heeft geleerd op te gaan in de 'kosmische orde'. In de wilde ontembare krachten van de natuur. Het is de natuurlijke vrije mens die zijn geest een les in bescheidenheid heeft gegeven, en in die zin zijn ego heeft verloren.
Afbeeldingsresultaat voor nietzsche
 
 
Hier zien we een onoverbrugbare kloof met Hitlers gebruik van dezelfde term opduiken en zo kunnen we de vraag die we in het begin stelden proberen te beantwoorden. Waar voor Hitler de Übermensch een egogericht 'Ik 'was, iets dat beter en hoger was dan het andere, en dat daarom kon vernietigen naar willekeur, was voor Nietzschiteit, om zijn natuurlijke plek in het leven weer in te nemen en vrij en zonder moraal een waarlijk mens te zijn. Zonder illusie van een waarheid, van een vaststaande essentie. Misschien is deze visie op de mens, ge dit woord bijna het omgekeerde. De Übermensch van Nietzsche heeft juist zijn ego opgegeven, zijn unicehecht aan moraal en waarheid als we zijn, voor veel mensen een schok. Welzeker gooide het het orme opgave het leven 'te ondergaan zoals het komt' maar in geen geval is de Übermensch van Nietzsche het verslindende wezen dat Hitler er van heeft gemaakt.

Nietzsche had een visioen van een nieuwe vrijheid die hij vorm gaf in zijn Übermensch, en dat visioen vraagt veel van het individu zelf. Het is geen groot zijn, door anderen als minderwaardig onder je te stellen, maar door een terugkeer naar een meer instinctief en vrij leven, een leven waar de geest niet domineert wat als' natuurlijk' in het lichaam leeft. Gevaarlijk ? Ja, dat wel, omdat deze kennis altijd snel geïnterpreteerd kan worden als een aanzet tot een rassenleer, als de mens zijn uniciteit verliest namelijk, dan openen we ergens ook de deur naar racisme, maar zo heeft Nietzsche het hoogstwaarschijnlijk niet bedoeld .

Zijn Übermensch is onschuldig en vrij, een mens zoals de natuur het heeft gewild. Een wezen zonder te veel ego, die zijn plek in de natuurlijke wereld, beter vervult dan de mens die zichzelf boven die natuur waant. We zien een wVerlichtingsideaal van de mens in duigen. Het breekt de schijn van moraal af en stelt de mens voor de eneg terug, en omhoog tegelijk. Maar één ding mogen we wel met zekerheid zeggen: een weg waarmee Nietzsche naar vrijheid wilde verwijzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten