zondag 16 juli 2017

ROOFKUNST




De 2000 dorpelingenan het Zuid-Chinese Yangchun willen de overblijfselen van hun meester Zhang Gong terug in zijn tempel. Ze beschuldigen de Amsterdamse kunstverzamelaar Oscar van Overeem ervan een Boeddha-beeld met de gemummificeerde overblijfselen van Gong achter te houden. “Maar ik heb het nooit gehad.”

Advocaat Holthuis, namens de dorpelingen, gebruikte grote woorden om van Overeem aan te vallen tijdens de drie uur durende rechtszaak. “Roofkunst.” “Geen koopnota.” “ voor 20 tot 30 miljoen mogen de dorpelingen het Boeddha-beeld terugkopen.”

Van Overeem” “Holthuis schetst in de media ook zo'n beeld van mij: ik zou die arme dorpelingen hebben beroofd. Maar zo is het helemaal niet gegaan.”

De mummie (de resten in het beeld) werd op 14 december 1995. De dorpelingen deden aangifte, maar er werd nooit iemand gearresteerd of vervolgd. Een jaar later kocht van Overeem in Nederland een soortgelijk (!) beeld van een andere kunstverzamelaar. Ik was geïnteresseerd in andere kunst”, vertelde van Overeem. “En in een deal heb ik dat beeld erbij genomen. Het werd pas interessant toen de restaurateur meldde dat het om een mummie ging.

Uitspraak over 6 weken. Bron: de Telegraaf, “Bonje om Boeddhabeeld”




Geen opmerkingen:

Een reactie posten