dinsdag 4 juli 2017

HARLINGEN: EEN RIJK VERLEDEN IS EEN BELOFTE VOOR DE TOEKOMST






1898; raadhuis Harlingen






REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE HUISHOUDING IN HET STADS WEESHUIS TE HARLINGEN, 1857.



Het ontbijt zal gebruikt worden in de zomermaanden des morgens ten 8 uur, en in de wintermaanden ten 7 ½ uur. Het middagmaal des middags ten 12 uur en het avondeten voor de kinderen beneden de 13 jaren ten 7 uur, en door die boven de dertien jaren oud ten 9 uur.

Zij zullen zich bij het luiden van de klok voor iederen maaltijd dadelijk aan tafel begeven, en niet met eten een aanvang mogen maken, voor dat er gebeden is, onder den maaltijd zich stil en ordentelijk gedragen en niet van tafel opstaan, voordat er gedankt is.



De Spijzen, welke zij dagelijks gebruiken, voor het middageten in:

's Zondags, Soep met groente en rijst, en daarin voor ieder persoon 100 gram Nederlandsch rundervleesch zonder beenderen en in het geheel ½ Ned. Pond rundervet.

Maandags, grove Gort, daarin voor ieder persoon 30 gram rundervet.

Dingsdags, Aardappelen met Kool, Wortelen of andere geschikte groenten, daarin voor ieder persoon 50 gram rundervet.

Woensdags. Zakkoek met Siroop en Boter, voor ieder persoon 25 gram boter.

Donderdags, groene, witte of graauwe Erwten, daarin voor iederpersoon 100 gram best gedroogd Spek.

Vrijdags, Aardappelen en Stokvisch met mostardsaus, voor ieder persoon 100 gram stockvisch en 25 gram boter.

Zaturdags, in de maanden Mei, Junij en Julij Rijst of grove Gort, daarin voor ieder persoon 30 gram boter. In de andere maanden Aardappelen met Kool, Rapen, Wortelen of andere geschikte groenten, daarin voor ieder persoon 40 gram boter.


Het ontbijt en het avondeten zal bestaan in een goede snee Roggebrood met boter en kaas, en waarbij tevens Thee gedronken wordt; bovendien zullen zij Dingsdags, Woensdags en Vrijdags avonds Brij eten, van Karnemelk en Gort.




Bron: GA Harlingen, Archief Voogden Weeshuis, invnr. 4808



 



Een molen in Harlingen kost geld.

Een stukje geschiedenis.



In de Tweede Wereldoorlog werd de laatste Harlinger molen, de “Bazuin” op last van de Duitse bezetter afgebroken..

Na de Tweede Wereldoorlog is hier door Duitsland compensatie betaald. Dit gebeurde ook voor de gestolen kerkklokken van de Michaelkerk.

De onderdelen van de molen zijn door de gemeente verkocht. Een in de vorige eeuw gehouden collecte leidde helaas niet tot herbouw. Het geld verdween.



Voor de herbouw van een Mullen is dus geld beschikbaar.


          1. De compensatiegelden van Duitsland
          2. de opbrengst van de verkoop van onderdelen van de Bazuin.
          3. De collectegelden.



Opgeteld en met interest praten we hier over tienduizenden euro”s.

Dit geld moet terechtkomen waarvoor het bedoeld is,

namelijk voor de herbouw van een molen.








DE FIBULA VAN WYNALDUM












Fibula van Wijnaldum
Archeologische vondst
De Fibula van Wijnaldum in het Fries Museum te Leeuwarden.
Plaats
Wijnaldum
Datering
7e eeuw
Periode
Middeleeuwen
Cultuur
Noordzeecultuur

De fibula van Wijnaldum is een fibula (mantelspeld) uit het begin van de 7e eeuw die in 1953 door een boer werd gevonden tijdens graafwerkzaamheden bij een terp in het Friese plaatsje Wijnaldum in Nederland. Het betreft een vergulde zilveren fibula van buitengewone kwaliteit. Hij is versierd met gouden filigraanwerk en ingelegd met rode almandijn. Vermoedelijk was de persoon aan wie dit sieraad toebehoorde iemand met een hoge, mogelijk koninklijke status. Het sieraad is vermoedelijk van Friese makelij met Scandinavische, Britse en Frankische invloeden
Een bij Wijnaldum geplaatst kunstwerk als verwijzing naar de aldaar gevonden fibula

In eerste instantie werd alleen de voetplaat van de fibula gevonden. Deze was echter door een ploeg beschadigd en was daardoor niet meer compleet. Amateurarcheologen hebben jarenlang met metaaldetectoren naar de ontbrekende deeltjes gezocht. Bij de opgraving in de jaren negentig werden ook de zilveren brug met gouden bekleding, het scharnier en deeltjes van de kopplaat teruggevonden. Stukje bij beetje is de speld gereconstrueerd. Toen in augustus 2009 het nog ontbrekende stuk van de kopplaat (een fragment van twee bij drie centimeter) werd gevonden, is duidelijk geworden dat de afbeelding op de kopplaat de god Odin/Wodan betreft, geflankeerd door twee wolven of beren.[1] Alleen van de sierschijf is (nog) niets teruggevonden waardoor men niet precies weet hoe het in zijn geheel eruit heeft gezien.
Verder archeologisch onderzoek toonde aan dat Wijnaldum mogelijk een machtscentrum was in die tijd. In ieder geval werd er door de archeologen een hoofdgebouw aangetroffen met ateliers van ambachtslieden: goud- en zilversmeden, bronsgieters, glas- en barnsteenbewerkers, wevers, een wapensmid enz. Tevens werd er onder meer een dirhem (Arabische zilveren munt) aangetroffen die verwerkt was in een ander sieraad dat men vond. Mogelijk is dit laatste daar terechtgekomen door handelsactiviteiten van de Vikingen in die streek.
De fibula van Wijnaldum wordt bewaard in het Fries Museum te Leeuwarden.






 



ELFSTEDENTOCHT 1941

Dit is een amateur film over de tocht der tochten van 1941. Deze in oorlogstijd gereden elfstedentocht was bijna niet doorgegaan vanwege de bezetting. In deze film zijn dan ook veel duitse soldaten en zelf hoge officieren aanwezig. Ook de oprichter van De vereniging van Friesche Elf Steden Mr. Hepkema is te zien bij de finish. En Auke Adema komt als eerste over deze finish. Voor meer films ook van dezelfde filmmaker kijk op www.friesfilmarchief.nl

http://youtu.be/5ivYmNod13o





HARLINGEN KENT 1000 MONUMENTEN


Cultuurhistorische waarden zijn in de gehele gemeente Harlingen te vinden. Het telt 513 rijksmonumenten, 89 gemeentelijke monumenten en meer dan 400 beeldbepalende panden. Hierdoor staat Harlingen in de top 20 van de gemeenten in Nederland, met het grootste aantal monumenten. Dit is, gelet op de geringe oppervlakte en inwoners, zeer bijzonder te noemen.



Maar hiernaast bezit Harlingen en de dorpen op het gebied van erfgoed nog veel meer. De stadskern is een beschermd stadsgezicht en en daarnaast vallen het Roodbaardplantsoen, de terpen en kwelderwallen onder landschappelijke bescherming. Harlingen kent een gemeentemuseum en is de thuishaven van de “bruine vloot” en is daarom al een bezoek waard. Varend erfgoed zogezegd. Maar er zijn ook nog onzichtbare schatten, die onder steen en klei bewaard liggen of verborgen zijn in de verhalen van de dorpen en de stad.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten