DE GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN (regio)
KLOOSTERS MET DE GROND GELIJK GEMAAKT
KLOOSTERS MET DE GROND GELIJK GEMAAKT
Er is weinig gewetenswroeging over het feit dat Friesland, nadat het in 1576 voor Willem van Oranje en de Reformatie, korte metten maakte met het rijke kloosterleven in deze regio. Ook al zou Friesland er nooit zo uit hebben gezien, zonder de inspanningen van de talloze kloosterlingen. Onverklaarbaar was deze ongebreidelde vernielzucht echter niet. Er werd met afgunst gekeken naar de rijke abdijen, zo...als Ludinga bij Harlingen en Bloemkamp bij Bolsward, die tezamen een derde van de Friese landerijen bezaten. Tegelijkertijd deden vele verhalen de ronde over de losbandigheid binnen de kloostermuren.
Toch waren het de monniken geweest, die het Friese land ontgonnen en bedijkt hadden. Bloemkamp bij Bolsward was 1 der grootste kloosters, van de 50, die de cisterciĆ«nzers (de “schiere" monniken) in Friesland stichtten. “Bij voorkeur daar waar het woest en ledig was.”. Van Bloemkamp restten louter brokstukken, die bij de oude kloosterterp zijn gevonden.
Dat was in de 14e eeuw wel anders. Bloemkamp, en ook Ludinga-klooster, speelden een belangrijke rol in de strijd tussen de “Schieringers” (traditioneel) en de “Vetkopers” (economische expansie). In 1535 was Bloemkamp groot nieuws, toen militante wederdopers het klooster bezetten. Stadhouder, voor Spanje, George Schenck van Toutenburg rukte met een leger uit en sloeg de opstand bloedig neer. Na de verovering van het klooster werden tientallen opstandelingen opgehangen, onthoofd of verdronken.
Wat er van het rijke kloosterleven van Bloemkamp rest is het rekenboek van de laatste abt, Thomas van Groningen, een afschrift in het Latijn van diens kronieken van Bloemkamp en zijn zegel. Het illustreert de rijkdom van weleer, zeker in combinatie met de schat aan bronzen voorwerpen, gevonden bij het vrouwenklooster Nijeklooster.
Onlangs is een kleine groep Cisterciƫnzer monniken teruggekeerd en heeft zich op het waddeneiland Schiermonnikoog gevestigd.
Toch waren het de monniken geweest, die het Friese land ontgonnen en bedijkt hadden. Bloemkamp bij Bolsward was 1 der grootste kloosters, van de 50, die de cisterciĆ«nzers (de “schiere" monniken) in Friesland stichtten. “Bij voorkeur daar waar het woest en ledig was.”. Van Bloemkamp restten louter brokstukken, die bij de oude kloosterterp zijn gevonden.
Dat was in de 14e eeuw wel anders. Bloemkamp, en ook Ludinga-klooster, speelden een belangrijke rol in de strijd tussen de “Schieringers” (traditioneel) en de “Vetkopers” (economische expansie). In 1535 was Bloemkamp groot nieuws, toen militante wederdopers het klooster bezetten. Stadhouder, voor Spanje, George Schenck van Toutenburg rukte met een leger uit en sloeg de opstand bloedig neer. Na de verovering van het klooster werden tientallen opstandelingen opgehangen, onthoofd of verdronken.
Wat er van het rijke kloosterleven van Bloemkamp rest is het rekenboek van de laatste abt, Thomas van Groningen, een afschrift in het Latijn van diens kronieken van Bloemkamp en zijn zegel. Het illustreert de rijkdom van weleer, zeker in combinatie met de schat aan bronzen voorwerpen, gevonden bij het vrouwenklooster Nijeklooster.
Onlangs is een kleine groep Cisterciƫnzer monniken teruggekeerd en heeft zich op het waddeneiland Schiermonnikoog gevestigd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten