dinsdag 6 december 2016


DE GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN

Rond het jaar 800 was de strijd om het bezit van Friesland in het voordeel van de Franken beslecht en was uiteindelijk Karel de Grote de soevereine vorst over de 7 Frieslanden. Hij was het ook, die Gustav Forteman, de opdracht gaf om de heilige bomen van Almenum te kappen en er een kerk van te bouwen. Hij stelde de Friezen niet voor militaire verplichtingen, zodat ze hun handen vrij hadden in de strijd tegen de Noormannen. Friezen waren beruchte vechtersbazen en werden, mede door hun ruiterij, op het slagveld gevreesd. De geschriften van Tacitus en Julius Caesar getuigen hiervan. Romeinse keizers hadden een voorliefde voor lijfwachten uit onze contreien.

In 799 kwam Rome in opstand tegen de Paus. Hem werden de ogen uitgestoken en hij werd, met zijn gevolg, de stad uitgezet.

Uit wanhoop trok de Paus naar het hof van Charlemagne en vroeg hem op hulp. De toekomstige keizer riep de Friezen, onder leiding van Magnus Fortema te hulp. Een teruggevonden vaandel van Friso, wakkerde het enthousiasme aan en Magnus trok met een kleine legermacht spoorslag naar Rome. Het lukte de Friezen om de opstandige Romeinen te verslaan.

Toen de strijd gestreden was, werden de Friezen door de Paus en Karel de Grote uitbundig geprezen, maar zij weigerden de poorten te openen, niet voordat zij een acte opstelden en tekenden, waarin werd bepaald dat de Friezen slechts onderworpen aan Karel de Grote en geen wereldlijke heren boven zich hoefden te dulden. Dit document werd later regelmatig aangehaald om de “Friese vrijheid” te ondersteunen.

Als dank kroonde de Paus Karel tot Keizer (Kerstmis 800). Hier waren Friezen bij aanwezig en in Rome groeide een Friese wijk en werd een kerk der Friezen gebouwd. Deze kerk is aan Michael en de Heilige Magnus gewijd. Die laatste is niet de Friese Magnus, maar een martelaar uit het begin van de christelijke kerk. Wel verkreeg Herilo, wederom een Friese held, een vingerkootje van de heilige als relikwie.

Deze werd in de Michaelkerk op Almenum geplaatst, net als het rode vaandel van Friso, de wapenrusting van Magnus en de “Akte van Vrijheid”, door Keizer Karel verleend.

Deze voorwerpen zijn, in de loop van de geschiedenis verloren gegaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten