maandag 14 november 2016


HARLINGER WANDELVERHALEN

HARLINGEN AAN ZEE

Rond 1500 is Harlingen nog geen zeehaven van betekenis.

Ofschoon Harlinger schippers in de havenregisters van Engeland, Duitsland en Denemarken voorkomen, o.a. Met de naam Herlinge, is hun aantal beduidend minder dan de schepen uit Hindeloopen en met name Stavoren. Ook in binnenlandse kronieken van Deventer, Antwerpen en Hoorn enkele malen genoemd. Harlingen is dan 250 jaar stad.

Daarbij gaat men uit van de “Geschiedenis van Friesland”, geschreven door Andreas Cornelius. Hij noteert in zijn kroniek. “Anno 1234, in het begin van het jaar, is in de buurt op 't West van Almenum tot een stad gemaakt en met privileges begiftigd en is Harlingen genoemd.”

De Fransman Henri Harvard noemt in “Het perkamenten boek van Utrecht” Harlingen als 1 der Friese steden … in 1227!. De bronnen van Cornelius zijn onduidelijk en betwistbaar, maar desondanks wordt het jaartal 1234 aangehouden. Dat Harlingen stadse allures had, bewijst een brief uit 1355 aan de stad Lübeck. Hierop staat trots vermeld: “De poorters van de stad Harlingen.”

In 1468 echter, was Harlingen nog niet ommuurd (besloten). Dit zou pas worden gerealiseerd toen in de 16e eeuw Philips II Harlingen en Almenum samenvoegde.

Franeker was wel besloten en had drie poorten. Het Ludinga-klooster bezat een sterke poort en een gracht.

In een rapport uit deze periode over de stand van zaken in Friesland wordt vermeld dat bij Harlingen “een arm van de zee door loopt, ter land waart in.” De Zuiderzee was geboren en zou gestaag verder groeien. Deze zeearm was tijdens een springvloed in de 13e eeuw ontstaan en had Harlingen tot een zeehaven gemaakt.

Tijdens deze dramatische periode met diverse overstromingen gingen grote gedeelten van het eiland Grijn (het Griend, tot dat moment bewoond en in het bezit van een kerk en een klooster) en Vlieland verloren. De verdreven bewoners vestigden zich naar alle waarschijnlijkheid in Harlingen.

Het Griend werd tot in de twintigste eeuw door de gemeente Harlingen verhuurd. Men weidde er vee en fokte er konijnen. Nu is het een vogelreservaat.

De ontstane verbindingen met Holland en overzee gaven Harlingen de mogelijkheid zijn vleugels uit te slaan en tot ver in de twintigste eeuw (Afsluitdijk) de poort van Friesland te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten