woensdag 16 november 2016


HARLINGER WANDELVERHALEN

De Steenen Man

Dan moet je naar de Steenen Man.”, zei mijn nieuwe buurman, toen ik hem naar de belangrijkste plekken in Harlingen vroeg. Met ruime bewegingen gaf hij aan, dat ik aan de andere kant van de stad moest zijn. “Waar het strand begint. Hoewel, strand, het mag geen naam hebben.”

De masten van de vissersboten wezen me uiteindelijk de weg. Zon en mist vochten om de heerschappij en zee en strand vloeiden in elkaar over. Op zo'n vijfhonderd meter afstand zag ik de contouren van een houten strandpaviljoen, dat met zijn hoge poten tegen de dijk opgekropen stond. “De Steenen Man?”, vroeg ik me af en zette de pas erin. Een kop koffie en een warme omgeving spraken me wel aan. Bij het enigszins vervallen bouwsel aangekomen, bleek het niet om de Steenen Man te gaan, maar om strandpaviljoen het Zilt.

Uit de mist doemde een donkere gestalte op. Dichterbij gekomen ontwaarde ik een oudere man met een forse muts op het spierwitte haar. Verder was hij gehuld in waterdichte kleding en hoge laarzen.

Kunt U me ook zeggen, waar ik de Steenen Man kan vinden??, vroeg ik. De man keek me verbaasd aan, mompelde iets en wees toen rechts van me, naar de top van de dijk. De zon had de strijd gewonnen en scheen met zijn eerste stralen op een stenen bouwsel, bekroond met een Januskop. Terwijl ik de dijk opliep, verschenen er een groepje pubers, die verveeld over zee uitkeken en tenslotte de docent, die de jongens bijeen sommeerde.

Hij begon aan een verhaal, maar helaas deed hij dat in het Fries, zodat de meeste uitleg aan mij voorbij ging. Wat ik wel opving was de naam Caspar id Robles en het was zijn hoofd, dat, dubbel, de top van het monument kroonde. Caspar keek zowel naar het noorden, als naar het zuiden. Een strenge, gebaarde en zuidelijk ogende man. Hij overzag de dijk langs de Waddenzee en had de zaken duidelijk onder controle. Het monument bestaat uit niet veel meer dan een aantal kubussen, met de notabelen uit vorige eeuwen. Dijkgraven en bestuurders, die de dijk hadden onderhouden en zo nodig verhoogd.

Als ik aan de andere zijde de dijk afloop, passeer ik stenen platen met daarop jaartallen: 1930, 1734, kruin 1570 en een waarop staat:

Caspar di Roblesdijk, 1574. Dit was dus de hoogte van de dijk tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De dijk die Caspar di Robles had gedicht en versterkt. De huidige dijk is zeker 10 meter hoger.



In de boeken over de geschiedenis van mijn nieuwe woonplaats komt de naam “Caspar di Robles” veelvuldig voor en er was zelfs een straat naar hem vernoemd. Hij was een Portugese edelman, die diende in het leger van Philips II. Hij was een bezetter en een vaan de belangrijkste adviseurs van de Spaanse koning.
Philips benoemde hem tot stadhouder van Friesland en hij was daardoor verantwoordelijk voor het onderhoud van de dijken. Deze ...hadden het zwaar te verduren gehad door de St.Hubertusvloed van 1570. Ook de plek, waar nu zijn monument staat, was ernstig verzwakt. De boeren in de omgeving weigerden echter om aan het herstel mee te betalen. Ze beriepen zich op privileges, waarop Caspar di Robles de documenten theatraal doormidden scheurde en in het water wierp. Toen ook dat niet hielp, liet hij een aantal galgen oprichten en dreigde een groep raddraaiers op te hangen. Morrend deden de ingewanden van de waterschappen hun plicht en dit leverde de stadhouder in de 19e eeuw dit monument op, dat vervolgens met elke dijkverhoging verplaatst werd, wat het originele monument, nogal veranderd heeft. De originele dubbelporter van Caspar bevindt zich in het Fries Museum te Leeuwarden.

Caspar di Robles bleef in Spaanse dienst en sneuvelde bij het beleg van de Spanjaarden van het, protestantse, Antwerpen.
Dit monument is de verbeelding van de overwinning van de mens op het water. We vergeten gemakshalve dat deze eenheid met het nodige geweld door de Spaanse bezetter werd afgedwongen. Hierdoor is de "Stienen Man" enig in zijn soort en uniek in Nederland omdat het de daden van een “vijand”, een militair uit het Spaanse leger van Philips II, verheerlijkt.

Ik ging terug toen het stormde en beklom in de luwte de 44 treden naar de top van de dijk. Boven aangekomen sloeg de ijzel me in het gezicht en snel zocht ik een schuilplaats achter het monument. De Januskop van Caspar di Robles keek onverstoorbaar uit over de dijk; zijn koppen nat van regen en zeewater. Hij heeft zich hoog verheven gevoeld over de stugge Friese boeren.
Dit moet gezegd. Na Caspar di Robles nam men de zeeweringen serieus en bij elke dijkverhoging werd het monument omhoog getakeld.
Ik daalde voorzichtig de natte treden af. De hoge dijk bood me beschutting tegen de ijskoude regen en de felle wind. Aan de voet keek ik omhoog naar het hoekige monument. Caspar di Robles moet binnenkort weer verhuizen. De dijken moeten opnieuw omhoog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten