donderdag 15 september 2016


Julius Caesar over de Friezen

Karakteristiek aan de Friese vlag zijn de 7 plompenbladen (waterleliebladen). Zelfs veel Friezen weten niet, dat hiermee de 7 Friese Zeelanden werden aangeduid; concentraties van deze “stam” langs de Noordzee-kust, reikend van de omgeving van Brugge tot voorbij Emden in Duitsland (Friesenland, Harlingerland).

Toen de Romeinen dit gedeelte van Noord-Europa bereikten, raakten zij onder de indruk van de Friezen. Het bleken geweldige vechtersbazen te zijn, die zich voor de strijd in een fanatieke gemoedstoestand brachten. De Friezen vochten naakt, smeerden zich in met leem en verfden hun gezichten. Ze voerden een guerrillaoorlog, waar de Romeinse legioenen niet op ingesteld waren. Vrouwen moedigden de krijgers aan en namen ook deel aan de gewapende strijd.

In Schotland botsten de Romeinse soldaten op de Picten, een stam die “The Painted Ones” werden genoemd en waartegen keizer Hadrianus een muur bouwde van Oost- naar de Schotse Westkust om deze woeste krijgers buiten het bezette Engeland te houden.

Tacitus, een historicus, tekende uit de mond van Julius Caesar lovende woorden over de Friezen op. Hij bewonderde hun vechtlust en nam ze liever in de Romeinse legioenen op, dan tegen ze ten strijde te trekken.

Dit kwam ook door het Friese “cultuurlandschap”. De gebieden, in gebruik als landbouw of veeteelt gebied, en waren omringd met heggen en houtwallen. Het Romeinse legioen had grote, open ruimtes nodig om zich volledig te kunnen ontwikkelen. De Friese landen werden doorkliefd met waterwegen en moerassen en de nederzettingen werden omringd met heggen en hagen, wel zo'n 20 meter diep en ondoordringbaar waren.

Dit was terrein, waarop de tegenstanders van de Romeinse legioenen in het voordeel waren, zoals ook Julius Caesar inzag.

Bewoners van Noord-West Europa (Kelten, Germaanse stammen, Friezen) practiseerden een vorm van natuurgeloof en animisme, goden en godinnen heersten over de natuurkrachten; de god Thor veroorzaakte donder en bliksem, door met zijn magische hamer te gooien, maar daarnaast werden deze ongrijpbare mysteries vereerd in de vorm van heilige meren, eilanden en oerbossen. Het is bekend dat het “Schakenbosch” bij Heemstede als verzamelplaats van Friezen diende, waar ondermeer recht werk gesproken, problemen opgelost, conflicten bijgelegd; maar ook werd er informatie en advies uitgewisseld over handel en de toestand in de wereld.

Van Almenun is bekend, dat hier een levensboom stond; een voor de lokale Friezen heilige plaats. Het was een eiland, met loofbomen (eiken) begroeid en verschillende heilige bronnen. Er zullen sjamanen, “druiden” en genezeressen hebben verbleven en woonverblijven voor de bezoekers hebben gestaan.

De Romeinse bezetting van Nederland reikte tot aan de Vecht en spleet de Friese Zeelanden in tweeën. Het begin van een verdere verbrokkeling van de Frieslanden in de tijd, die daarop volgde en

nationale eenheden werden gevormd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten