dinsdag 1 september 2015

WOORDBETEKENIS

fittie (de)

betekenis

ruzie

uitspraak

[fit-tie]

citaat

"Het koppel kwam terug van vakantie en was in een fittie verzeild geraakt."
Bron: Fransman dumpt gezin bij snelweg (J. Duijst, PowNed, 1 september 2015)

woordfeit

Fittie is vanuit het Engels in het Nederlands terechtgekomen. Het is straattaal voor 'ruzie' (en overigens ook voor 'lekker ding') en verwant met fit in de betekenis 'aanval (van hoesten, epilepsie of woede)'. Al in het Oud- en Middelengels kwamen deze betekenissen voor.
Fittie doet wel wat denken aan vitten 'ruziën (om niks)', maar daar is het niet mee verwant. Vitten is waarschijnlijk voortgekomen uit het oudere fitten 'passen, meten', dat met het Engelse fit in de betekenis 'passend/gepast, gezond' samenhangt. Van 'goed passen' en 'nauw sluiten' is de betekenis van vitten verschoven naar 'het nauw nemen' en 'te nauw nemen', oftewel 'ruziën'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten